Het logo van Assuralia

Vijf vragen aan een expert in Europese zaken en duurzame financiering

zoe

Voor deze editie van onze reeks ‘Vijf vragen aan een expert’ zochten we Zoé Van Hamme op, adviseur Europese Zaken. In de uitoefening van haar functie vertegenwoordigt en verdedigt Zoé de Belgische verzekeringssector op Europees niveau, op vergaderingen georganiseerd door Insurance Europe (de Europese federatie van de verzekerings- en de herverzekeringssector), de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Europese controleautoriteit EIOPA. Zoé werkt al sinds 2018 bij onze federatie. Ze volgt ook de Europese regelgeving inzake duurzame financiering en consumentenbescherming op. Daarnaast neemt zij als deskundige het woord in commissies van de federatie wanneer er verduidelijking nodig is over punten over Europa, duurzaamheid of de distributie. Als echte kenner van het Europese raderwerk gaf ze ook al opleiding over duurzame financiering aan beroepsprofessionals in de sector en aan studenten van de KU Leuven. Verder leidt ze de werkgroepen Duurzame financiering en Europese Zaken. Ondanks deze overvolle agenda wist Zoé toch wat tijd vrij te maken om een tip van de sluier op te lichten wat de Europese actualiteit op verzekeringsvlak betreft. Een gesprek ... 

1. Als het over duurzaamheidsrapportering gaat, zijn de acroniemen niet te tellen: NFRD, CFRD, SFDR, CSRD, en dan is er nog de Taxonomie. Waar staat dit allemaal voor?

Het klopt dat je met al die acroniemen gemakkelijk de weg kwijtraakt in het regelgevingsdoolhof. Om een positiever beeld te gebruiken vergelijk ik het graag met een boom waarin we alle regelgeving terugvinden, verspreid over de wortels, de stam, de takken en de bladeren. Zo blijven we helemaal in het thema! 
Om op die acroniemen terug te komen, laten we beginnen met de NFRD-richtlijn, de Non-Financial Reporting Directive. Die heeft voor sommige grote bedrijven de verplichting ingevoerd om de gevolgen van duurzaamheidsaangelegenheden op hun resultaten te publiceren. 
Europa koestert sinds 2018 grote ambities op het vlak van duurzaamheid. De Europese Commissie publiceert trouwens bijna jaarlijks nieuwe regelgeving, gedelegeerde handelingen, verduidelijkingen bij bepaalde punten, enz. Het moet gezegd worden dat de politieke druk wat dit thema betreft zeer groot is, wat dan ook blijkt uit deze lawine aan regelgevingsinitiatieven. Om de duurzaamheidsdoelstellingen te behalen, heeft Europa zich voorzien van verschillende instrumenten, waaronder de NFRD-richtlijn, die herzien werd om plaats te maken voor de CSRD: de Corporate Sustainability Reporting Directive. Deze versie is niet alleen vollediger, maar bevat ook meer verplichtingen, waaronder die tot een meer gedetailleerde rapportering. In de praktijk betekent dit dat men niet alleen rekening moet houden met de impact van de buitenwereld op de onderneming, maar ook met de impact van de onderneming op de buitenwereld. Dat is wat men de dubbele materialiteit noemt. Die informatie zal in een gestandaardiseerd formaat moeten worden aangeleverd, wat voordien niet het geval was. Ze zal aan een audit worden onderworpen en in digital vorm moeten worden verstrekt.  
De SFDR of Sustainable Finance Disclosure Regulation legt op haar beurt transparantieverplichtingen op, en dat zowel op entiteitsniveau – of het nu om een verzekeringsonderneming of een makelaar gaat – als op productniveau. Onder de bedoelde producten vallen de IBIP’s, de verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (bijvoorbeeld bepaalde pensioenproducten van tak 23). 
De verzekeraars zullen moeten aantonen dat zij bij hun beleggingsbeslissingen rekening houden met duurzaamheidsrisico’s, en ze zullen in een gestandaardiseerd document voor de klant een reeks gegevens over de duurzaamheid van het product moeten bundelen, zowel precontractueel als periodiek. Laten we ook de IDD (Insurance Distribution Directive)-verplichting om de klant naar zijn duurzaamheidsvoorkeuren te vragen niet vergeten. Die werd in augustus 2022 van kracht. 
Wat de taxonomie betreft, het gaat om een soort gigantische encyclopedie, en dat is geen eufemisme. De taxonomie inventariseert alle economische activiteiten die als duurzaam kunnen worden beschouwd volgens technische criteria die in wetteksten zijn vastgelegd. Rond de taxonomie graviteren verder nog tal van gedelegeerde handelingen die informatie verschaffen over de manier waarop economische activiteiten worden gecategoriseerd. Ze bevat ook een reeks technische criteria met betrekking tot verzekeraars en herverzekeraars.

2. Waarom is dat belangrijk?

Omdat de uitrol van de Green Deal centraal staat in dit geheel aan regelgevingsinstrumenten. De richtlijnen en andere regelgevingsinstrumenten betreffen de hele financiële sector, waar de verzekeraars deel van uitmaken, en kaderen in het groeiende bewustzijn over de rol die de financiële sector in de transitie kan spelen, in het bijzonder via financiering. Het is vanuit die optiek dat de Europese Commissie sinds 2018 wetgeving over dit thema blijft opstellen om de Europese economie te voorzien van de instrumenten, tools en financieringsplannen die nodig zijn om de duurzaamheid en de veerkracht van de Europese economieën te verzekeren. Deze maatregelen worden vervolgens vertaald op het nationale niveau met de steun van de nationale toezichthouders, die moeten waken over de implementatie van deze regel- en wetgeving. 

3. Houdt dit kansen en uitdagingen voor de sector in?

Jazeker, de verzekeringssector ziet zich geconfronteerd met tal van uitdagingen, zoals de timing en volgorde van de verschillende data van inwerkingtreding van al deze regelgevingsinstrumenten, en het gebrek aan gegevens om aan de vereisten te kunnen voldoen. Verder is er rechtsonzekerheid, veranderen de verplichtingen voortdurend en is er ook nog het probleem dat er niet voldoende groene activa zijn om in te beleggen. De uitdagingen zijn dus talrijk en de verzekeringssector wil ze met glans doorstaan. Dit vereist uiteraard een samenwerking tussen de privésector en de overheid. De beschermende rol die verzekeraars als maatschappelijke actoren opnemen, en waarmee de overheid niet altijd voldoende rekening houdt, moet beter in de verf worden gezet. 
In de ideale wereld zou de wetgever verschillende initiatieven kunnen steunen om de sector te helpen deze rol op te nemen. Denk bijvoorbeeld aan een consequente integratie van preventiemaatregelen zoals dat in andere Europese landen gebeurt, bijvoorbeeld in Nederland. De rampzalige overstromingen die België in de zomer van 2021 hebben getroffen, toonden aan hoe onontbeerlijk dergelijke preventiemaatregelen zijn.

4. Wanneer duurzaamheid ter sprake komt, valt ook vaak het woord greenwashing. Waar gaat het dan precies over?  

Dat is een goede vraag! Er wordt momenteel zowel op Europees als op nationaal niveau nog altijd gewerkt aan een duidelijke definitie van greenwashing en aan de doeltreffende identificatie ervan. Volgens de werkzaamheden van de Europese toezichthoudende autoriteiten kan greenwashing een opzettelijke of een onopzettelijke praktijk zijn; dat laatste moet worden benadrukt. De regelgevingslawine, en bepaalde onsamenhangendheden wanneer je de teksten naast elkaar legt, kunnen tot greenwashing leiden zonder dat dit de bedoeling was. Als gevolg hiervan kunnen consumenten, beleggers of andere financiëlemarktdeelnemers worden misleid.  Greenwashing omvat verschillende aspecten, zoals niet duidelijk alle zaken melden die verband houden met de duurzaamheid van een product, onderneming of financiële dienst. We beschikken op dit moment over een eerste aanzet van een definitie.

Op Europees niveau wordt hieraan al twee jaar volop gewerkt, en we verwachten het slotrapport van de ETA’s, de Europese toezichthoudende autoriteiten, tegen mei 2024. Dit resultaat zal input leveren voor het werk van de nationale toezichthouders bij hun controles op greenwashing. Deze toezichthouders zijn zich er trouwens van bewust dat greenwashing zich in, maar ook buiten Europa kan voordoen. Financiële activiteiten hebben namelijk een internationale dimensie met haar eigen problematieken, die kunnen voortspruiten uit de Amerikaanse of de Aziatische markt – markten die niet aan de dezelfde regelgeving onderworpen zijn als onze Europese markten.

Qua verzekeringsdistributie zijn er regels die bepalen welke communicatie aan de klant vereist is om hem of haar duidelijk, correct en niet-misleidend te informeren.

België hanteert trouwens een definitie van greenwashing die door de FOD Economie werd vastgelegd. Al is die vrij algemeen, ze geeft toch nuttige aanwijzingen. Tot slot blijft ook de FSMA, de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, waakzaam ten aanzien van alle marketingcommunicatie die de ondernemingen opstellen en verspreiden; zij toetst de gebruikte argumenten aan de definitie van greenwashing.

5. Zijn er dit jaar grote veranderingen op duurzaamheidsvlak te verwachten binnen de verzekeringsondernemingen?

Ja, het zijn er nu al veel. Ik denk dan vooral aan de implementatie van de SFDR en haar verschillende regelgevingslagen, maar ook aan de wijzigingen die zijn aangebracht aan de Verzekeringsdistributierichtlijn IDD en haar in 2022 ingevoerde verplichting om te vragen naar de duurzaamheidsvoorkeuren van de klant. Van de verzekeringsmaatschappijen wordt ook verwacht dat zij tegen 2025 hun eerste rapport inzake duurzame ontwikkeling publiceren. Duurzaamheid is een materie die voortdurend evolueert en in beweging is. De sector mag dus nog meer grondige veranderingen verwachten, of het nu gaat om transparantie, rapportering, de waakzaamheidsplicht of het prudentiële aspect bij het beheer van natuurrampen.

Met de Europese verkiezingen die er in juni aankomen zullen de huidige Europese autoriteiten zoveel mogelijk dossiers proberen af te ronden. De volgende Europese Commissie zal dan de fakkel overnemen, wat ook weer tal van wijzigingen op korte en lange termijn voor onze sector zal meebrengen op het vlak van duurzaamheid en duurzame financiering. 

Blijf op de hoogte

Je ontvangt dan exclusieve artikels die je op de hoogte houden van de actualiteit in de verzekeringsector.

Inschrijven