Vijf vragen aan een expert in aanvullende pensioenen
In onze reeks ‘vijf vragen aan een expert’ kloppen we aan bij Frank Rietjens, adviseur aanvullende pensioenen bij Assuralia. Hij vertegenwoordigt de federatie onder meer in diverse overlegfora met beleidsmakers, de toezichthouders en andere stakeholders zoals Sigedis en de sociale partners. Hij verzorgt ook seminaries over zijn lievelingsonderwerp bij Insert.
1. In het jaarverslag van Assuralia kondigde Steven Janssen (Sigedis) vorig jaar de komst aan van een nieuw pensioenoverzicht. Hoe zit dat juist?
Het pensioenoverzicht is één van de speerpunten uit de nieuwe transparantiewet met betrekking tot de aanvullende pensioenen, waarin vooral de grote principes werden vastgelegd. Het uitwerken van de exacte modaliteiten gebeurt in overleg tussen alle actoren, met vanzelfsprekend een sleutelrol voor Sigedis, de beheerder van de overheidsdatabank over aanvullende pensioenen.
Het grootste of zeker het opvallendste project binnen dit kader is het realiseren van een nieuw pensioenoverzicht. Dat zal in de toekomst niet meer door de verzekeraars of de pensioenfondsen worden opgesteld en aangeleverd maar door Sigedis. Het zal uniformer zijn, meer herkenbaar en vergelijkbaar voor de aangeslotene. Dit betekent voor de verzekeraars dat ze in de nabije toekomst meer info over hun pensioenplannen en hun verzekerden op een afgesproken, zeer gestructureerde wijze zullen aanleveren aan de centrale databank van Sigedis.
Nieuw is ook de lopende rekening. Niet enkel de stand van de reserves (= het bedrag op je pensioenrekening op het einde van het jaar) zal zichtbaar zijn, je zal kunnen opvolgen wat erbij komt en wat er afgaat: de gestorte bijdragen, de intresten en de kosten.
Vandaag moeten verzekeraars maar één projectie maken van hoe je aanvullend pensioen er zou uitzien bij pensionering. Binnenkort zullen ze drie projecties maken. Een meest realistische inschatting op de wettelijke pensioenleeftijd, maar ook een pensioenprojectie op basis van een meer of minder gunstig scenario.
Het pensioenoverzicht en alle bijhorende informatie zal ook raadpleegbaar zijn op www.mypension.be.
2. We mochten het nieuwe pensioenoverzicht verwachten in 2024…
Dat gaat niet lukken. De nieuwe streefdatum is 2026. Eerst was er de transparantiewet zelf die veel later is goedgekeurd en gepubliceerd dan aanvankelijk verwacht. Pas daarna zijn de eigenlijke besprekingen met alle stakeholders van start gegaan. Die voorbereidingen lopen in verschillende werkstromen. Zo is er bij voorbeeld een groep die zich buigt over de projecties en hoe we die moeten berekenen. Dan is er een groep die bekijkt wat er precies op het pensioenoverzicht moet komen, hoe moet die lay-out eruitzien, welke structuur zullen we hanteren. Een derde werkstroom heeft betrekking op alle gegevensstromen die op gang moeten worden gezet tussen Sigedis en de pensioeninstellingen, die goed op elkaar afgestemd moeten zijn.
Tijdens die besprekingen doken regelmatig technische hindernissen op, waardoor er veel meer tijd nodig is om tot een finaal resultaat te komen. Er is dus uitstel, een gezamenlijk gedragen uitstel door alle partners. Iedereen deelt ook de mening dat het werk af moet zijn, het moet goed zijn. Het gaat tenslotte om de pensioeninformatie van de burgers in dit land. Halfslachtige oplossingen kunnen we ons daar niet in permitteren. Dat zou het vertrouwen in aanvullende pensioenen alleen maar negatief beïnvloeden.
3. Hoe ziet de timeline eruit voor de andere nieuwigheden?
Vanaf 2025 is er een aanpassing van het uitbetalingsproces. In 2025 krijg je bijvoorbeeld de mogelijkheid om je aanvullend pensioen ook voor je pensionering aan te vragen via mypension.be, vandaag kan dat enkel via de verzekeraar of het pensioenfonds gebeuren.
In 2026 zullen verzekeraars ook een aansluitingsdocument moeten opstellen en via mypension.be beschikbaar stellen. Dit zou een samenvatting van de pensioentoezegging ‘in mensentaal’ moeten zijn. Vanaf 2028 moeten ook de zogenaamde transparantieverslagen, d.i. een terugblik op enkele kenmerken op niveau van de pensioentoezegging (zoals de toegekende rendementen) van het afgelopen jaar, op mypension.be komen. Vandaar is er in de toekomst één place to be voor alle info over pensioenen: mypension.be.
En in 2028 komen er tot slot nog pensioenoverzichten bij de stopzetting van de pensioenrekening, bv. na een reserveoverdracht of bij pensionering, een soort van ‘laatste pensioenoverzicht’ dus.
4. De verbreding en verdieping van de tweede pijler bleef ook deze regeerperiode dode letter. Waar staan we vandaag? En welke maatregelen zijn er mogelijk?
Vandaag bouwt ongeveer twee derde van de werknemers wel een aanvullend pensioen op, en een derde niet. Van die twee derde met een aanvullend pensioen is er drie vijfde die minder dan 3% van het loon in een pensioenplan gestort krijgt.
Gezien de toenemende kost van onze wettelijke pensioenen de volgende decennia blijft zowel een verbreding, dwz meer mensen met een aanvullend pensioen, als een verdieping, dwz de spaarquota verhogen waar ze nog te laag zijn, absoluut noodzakelijk.
Op dit terrein is inderdaad geen vooruitgang te merken. De omstandigheden zaten alvast tegen. De eerste reden waarom de gewenste evolutie uitblijft, betreft de nog lopende en uitgestelde harmonisering van de statuten voor bedienden en arbeiders. De tweede reden betreft de opeenvolging van crisissen, met corona, oorlog en inflatie. De meeste werkgevers beschikten niet over de nodige financiële middelen om nieuwe stappen te zetten. Momenteel wordt vooral gekeken in de richting van de sociale partners. Bij een loonoverleg zouden zij kunnen afspreken dat er systematisch een stukje van de middelen naar het aanvullend pensioen gaat.
Daarnaast is ook een langetermijnvisie en -aanpak nodig, die de regeertermijnen overstijgt. Een mogelijke piste is het verplichten, of minstens het sterk aanmoedigen, van ondernemingen die niet of te weinig met aanvullend pensioen bezig zijn om initiatieven te nemen.
5. Los van een meer gunstige economie, wensen werkgevers ook stabiele fiscaliteit?
Klopt. Dat hebben we duidelijk vastgesteld in het Ipsos-onderzoek bij werkgevers in 2021. Het is vandaag, kort voor de verkiezingen, koffiedik kijken of het fiscale regime dat het aanvullend pensioen omkadert een stabiele toekomst tegemoet gaat. Vorig jaar was er veel te doen over een grote fiscale hervorming, waarbij ook de tweede pijler even in het vizier kwam. Die storm is gelukkig weer gaan liggen maar elke storm riskeert zijn sporen na te laten. Waarom zouden ondernemingen en burgers hun geld op lange termijn investeren als de spelregels dreigen te veranderen?
Tenslotte is ook het volgende zeker nog het vermelden waard: voor ondernemingen en burgers die een aanvullend pensioenplan overwegen in te voeren, is er een tool op komst waardoor zij de kosten kunnen vergelijken met het gemiddelde op de markt. Dit is een werf die wordt aangestuurd door de FSMA.
Heel wat werven dus in het domein van de aanvullende pensioenen. Nog jaren werkzekerheid dus voor de pensioenexperts (lacht de geïnterviewde).