Europese zaken : Een nieuwe koers op weg naar digitale transitie en regelgeving in Europa?
.
2024 stond in het teken van een race naar regelgeving voor verschillende Europese dossiers waaronder de cybersecurity regelgeving (DORA), het nieuw raamwerk voor het delen van financiële klantengegevens (FIDA), en artificiële intelligentie. De impact hiervan was belangrijk voor de verzekeringssector en bovendien vaak transversaal. Een aantal Europese Parlementsleden en de Europese Commissie spraken de noodzaak uit om bestaande digitale wetgeving te harmoniseren en te vereenvoudigen, hetgeen in 2025 wordt verwacht.
Vorig jaar is op Europees niveau haastig gewerkt aan de verdere ontwikkeling van de DORA-regelgeving. In overleg met de NBB is regelmatig naar verduidelijking gezocht over onvolledige en onduidelijke vereisten, in een zoektocht naar meer rechtszekerheid. De ondernemingen hebben aanzienlijke inspanningen geleverd om zo goed als mogelijk klaar te zijn voor de start van het nieuwe regime begin dit jaar. Ook voor de beleidsmakers is de ontwikkeling van het prudentiële kader voor de digitale operationele weerbaarheid voor de financiële sector een titanenwerk gebleken. Sommige teksten en onderdelen van de vereisten zijn nog steeds niet finaal, en zullen in de loop van dit jaar hun beslag krijgen. Alle hens aan dek dus om de verdere implementatie van DORA dit jaar rond te krijgen.
Het FIDA-voorstel, over het delen van financiële gegevens, werd vorig jaar binnen het Europees Parlement en de Raad uitvoerig besproken. Het Europees Parlement stelde verschillende wijzigingen voor om de consumentenbescherming te versterken en het recht op privacy te waarborgen. Hun rapport werd vóór de verkiezingen goedgekeurd door de Europese parlementaire Commissie Economische en Monetaire Zaken en dient als mandaat voor de trialogen. Daarentegen maakte de Raad de tekst concreter door een stapsgewijze implementatie voor te stellen en de tekst te verfijnen op verschillende aspecten (bv. definities, scope, financiële gegevensuitwisselingsregelingen). De Raad nam eind vorig jaar zijn algemene oriëntatie aan, als mandaat voor de trialogen. Het FIDA-voorstel roept nog steeds veel vragen op die door de beleidsmakers onvoldoende zijn beantwoord. De regelgeving dient er, bijvoorbeeld, voor te zorgen dat de rechten van alle betrokken partijen voldoende worden beschermd. Een andere grote uitdaging betreft het creëren van een eerlijk speelveld tussen alle partijen in het FIDA-raamwerk zodat verzekeringsondernemingen hun essentiële maatschappelijke rol op het vlak van risicomutualisatie kunnen blijven vervullen.
De beleidsinitiatieven op het vlak van artificiële intelligentie blijven elkaar opvolgen, ondanks dat sommige beleidsmakers erkennen dat hun wetgevende inspanningen soms te snel en te ver zijn gegaan. Vorig jaar werd niet enkel de verordening artificiële intelligentie gepubliceerd, er werd een Europees Bureau voor artificiële intelligentie opgericht en de Europese Commissie nam verschillende initiatieven, specifiek voor de financiële sector. Ook dit jaar wordt op Europees niveau verder gewerkt aan diverse regelgeving inzake AI die voor de verzekeringsondernemingen belangrijk zijn. De ontwikkelingen rond de richtlijn over de aanpassing van de regels inzake niet-contractuele civielrechtelijke aansprakelijkheid aan artificiële intelligentie worden wellicht dit jaar hervat.
RIS
In april en juni 2024 hebben het Europees Parlement en de Raad hun standpunten bekendgemaakt over het voorstel van de Europese Commissie betreffende haar strategie voor retailbeleggingen (de Retail Investment Strategy, hierna RIS). Met de RIS wil men de deelname van retailbeleggers aan de EU-kapitaalmarkten aanmoedigen en vereenvoudigen door deze beleggers beter te beschermen en door de regels voor de distributie van verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten aan te scherpen. De RIS heeft rechtstreekse gevolgen voor zowel de IDD-richtlijn als de PRIIP’s-regelgeving.
Al zitten de drie Europese instellingen op dezelfde golflengte wat de belangrijkste in de RIS op te nemen aandachtspunten betreft (zoals het innen van commissies, informatieverschaffing, de Value for Money van producten en verkoopsprocessen), over de concrete aanpak hiervan lopen hun voorstellen uiteen.
De sector verwelkomt bepaalde RIS-initiatieven, zoals het uitgangspunt om over te stappen van een papieren drager naar een digitale drager als standaard. Andere maatregelen roepen dan weer vrees op, zoals de invoering van Europese benchmarks om de Value for Money te controleren, het gedeeltelijke commissieverbod en/of de door te voeren verstrengingen bij de beoordelingen in het kader van het commissiesysteem, of ook nog de loggere processen voor verkoop met en zonder advies. Assuralia blijft de RIS-ontwikkelingen nauwlettend volgen tijdens de komende maanden, waarin hierover ongetwijfeld triloogonderhandelingen en besprekingen op Europees niveau te verwachten zijn.
Jan Van Hove, Voorzitter Commissie Europese Zaken
Bij de uitwerking van de technische bepalingen van Europese wetgeving, zoals RIS, FIDA of Solvency II, is het vooral belangrijk dat de experten het politiek akkoord van de Europese beleidsmakers respecteren. Ik ben alvast tevreden dat Europees Commissaris Maria Albuquerque heeft aangegeven dat dit voor haar essentieel is.
Het is trouwens niet alleen de RIS die gevolgen zal hebben voor het landschap van de verzekeringsdistributie. Er komt namelijk ook een herziening aan van de verordening inzake informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (SFDR). Hiermee wil men zorgen voor een herdefiniëring en vereenvoudiging van de categorieën van duurzaamheidskenmerken van verzekeringsproducten waarnaar distributeurs moeten verwijzen wanneer zij bij klanten peilen naar hun duurzaamheidvoorkeuren. De huidige categorieën zijn ingewikkeld, zowel voor distributeurs die willen uitleggen wat er precies onder valt, als voor klanten die de duurzaamheidskenmerken van verzekeringsproducten op de markt proberen te doorgronden.
Over een vereenvoudiging van deze categorisering werden er in 2024 al denkoefeningen gestart door een aantal actoren op Europees niveau, maar ook bij Assuralia. Onze beroepsvereniging nam ook deel aan verschillende raadplegingen hierover. De sector deelt immers deze bekommernis en wenst bij te dragen aan de nagestreefde vereenvoudiging die noodzakelijk lijkt om de zaken begrijpelijker te maken voor de consument en om de transitie naar een duurzame economie aan te moedigen.