Het logo van Assuralia

Tendensen bij de verzekeringen niet-leven

tendances-non-vie

Het beroep van brandexpert is niet aan regelgeving onderworpen en de toegang ertoe blijft vrij. Noch het beroep, noch de titel van brandexpert zijn momenteel gereglementeerd. 

Als reactie op de oproep van de Ombudsman van de verzekeringen tot een professionalisering en striktere omkadering van de brandexperten hebben de expertenfederatie Gebcai en Assuralia samen een ontwerp van gedragscode uitgewerkt. Gebcai vertegenwoordigt de zelfstandige experten die in opdracht van verzekeraars werken alsook de private experten waarop verzekerden een beroep doen. Het doel is het beroep van schade-expert te professionaliseren en te garanderen dat de expertises professioneel, integer en transparant verlopen, met inachtneming van de rechten en belangen van alle betrokken partijen.

Deze gedragscode zal niet van toepassing zijn op experten van wie het beroep aan een specifieke regelgeving onderworpen is (zoals de motorrijtuigexperten), noch op experten die optreden bij de beoordeling van lichamelijke schade. Verder is het de bedoeling dat de code voor alle experten geldt, dus zowel de experten die werken voor de verzekeraars – hun intern tewerkgestelde experten en experten van onafhankelijke bureaus waarop zij een beroep doen – als de private experten die in opdracht van de verzekerden werken. 

  • Charter tussen de verzekeraars en het Promaz-fonds voor een doeltreffend beheer van stookolievervuilingsdossiers

Elke effectieve eigenaar of gebruiker van al dan niet voor bewoning bestemde gebouwen - waaronder kantoorgebouwen, rusthuizen, hotels ... - die deze gebouwen met stookolie verwarmt, kan zich tot het Promaz-fonds wenden als hij geconfronteerd wordt met een lek in zijn stookolietank. 

Promaz komt tussen voor wat niet door een verzekering is gedekt en voor de kosten die niet van een derde kunnen worden teruggevorderd. 

Er wordt een ontwerpcharter opgesteld met de toepasselijke basisregels in het kader van het beheer van stookoliesaneringsdossiers waarbij een verzekeraar en Promaz tussenkomen. 

De principes in dit charter moeten de verzekeraar en Promaz, onafhankelijk van de andere partij, in staat stellen om te allen tijde hun verantwoordelijkheden en verplichtingen na te komen, vrij te bepalen hoe ze hun dossiers beheren en toegang te krijgen tot de informatie die ze nodig hebben van de andere partij.

  • Noodzaak van een publiek-privaat partnership voor de dekking van natuurrampen

De grote overstromingen van juli 2021 hebben tot het besef geleid dat het absoluut noodzakelijk is de dekking van natuurrampen zoals geregeld door de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen te herzien. Die botste immers op haar grenzen bij deze ramp. Een wetsontwerp tot wijziging van art. 130 §2 van deze wet voorziet in een aanzienlijke verhoging van de individuele interventielimiet van de verzekeraar wanneer er zich een natuurramp voordoet (x 4,2 tegenover de huidige limiet). Dit ontwerp voorziet evenwel op geen enkele manier in een tussenkomst van overheidswege bij overschrijding van de interventielimieten van de verzekeraars. 

Het ontwerp stelt het moment waarop de verzekeraar niet meer in staat is zijn verzekerden voor 100% schadeloos te stellen alleen maar uit. Het voorstel gaat dus niet ver genoeg om de verzekerden een volledige schadevergoeding te garanderen.

Een grootschalige natuurramp is in de realiteit een niet-verzekerbaar risico omdat éénzelfde gebeurtenis een veelvoud aan schadegevallen op hetzelfde moment veroorzaakt. Dus hoewel de verzekeraars deze dekking verplicht in alle brandverzekeringen voor eenvoudige risico’s moeten opnemen, is zij alleen haalbaar in het kader van een partnerschap tussen de privésector en de overheid.

De verzekeringssector blijft dan ook bij minister Dermagne pleiten voor de opzet van een dergelijke regeling, die onmisbaar is om de bevolking doeltreffend te beschermen, de financiële stabiliteit van de verzekeringssector daarbij niet in het gedrang te brengen en de sector zijn rol - risico’s mutualiseren - te laten spelen.  

  • De omzetting van de Europese richtlijn betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid

    Begin 2024 wordt de Europese richtlijn betreffende de BA-motorrijtuigen omgezet in Belgisch recht. De Belgische wetgever zal de vrijstelling van de verzekeringsplicht inzake de verzekering BA-motorijtuigen wijzigen (het huidige artikel 2bis van de wet van 21.11.89), rekening houdend met de Europese tekst en de rechtspraak van het Belgisch Grondwettelijk Hof. Ter herinnering: vóór de omzetting was elk motorrijtuig dat niet sneller dan 25 km/uur rijdt (bijvoorbeeld een elektrische step) vrijgesteld wat de verzekering BA motorrijtuigen betreft. Het Grondwettelijk Hof oordeelde echter dat men ook rekening diende te houden met de massa van het voertuig, wat de Belgische wetgever dan ook gedaan heeft. Ook werd bepaald dat het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds, nadat het ten gunste van een slachtoffer is tussengekomen wegens insolventie (faillissement) van de buitenlandse verzekeraar van de aansprakelijke, zijn kosten kan terugvorderen bij zijn tegenhanger in het land van die buitenlandse verzekeraar. 
     
  • Een nieuwe versie van Siabis+ 

De federale politie, de Waalse Overheidsdienst (SPW) en de bijstandsverleners werken momenteel samen aan de verdere evolutie van de applicatie Siabis+. Met de update hiervan, die in de loop van 2024 wordt verwacht, beoogt men snellere interventies van de pechverhelpingsdiensten op het Waalse wegennet. Deze verbetering zal alle betrokken partijen ten goede komen: automobilisten in nood kunnen op snellere bijstand rekenen, de politiediensten zijn sneller klaar met hun opdracht om ongevalszones af te bakenen en te beveiligen, en voor de weggebruikers op het Waalse wegennet blijft de eventuele hinder die zij zouden ondervinden beperkter. 

  • Naar een hervormd extracontractueel aansprakelijkheidsrecht 

De werkzaamheden van de Commissie tot hervorming van het aansprakelijkheidsrecht, opgericht in september 2017, zouden weleens vóór het einde van deze legislatuur rond kunnen zijn. Dit recht, dat momenteel berust op zes artikelen uit het Burgerlijk Wetboek die sinds hun goedkeuring in 1804 haast ongewijzigd zijn gebleven, kende een voortdurende uitbreiding en evolutie met het verstrijken van de decennia en als gevolg van uitspraken van de rechtbanken. Met de hervorming van dit recht, waarover het Parlement momenteel debatteert, beoogt men een dubbele doelstelling: de codificatie van bepaalde verworvenheden die uit de rechtspraak zijn voortgekomen en een modernisering van het aansprakelijkheidsrecht. Daarbij wil men het evenwicht bewaren tussen de noodzaak om slachtoffers te vergoeden en de vrijheid van handelen en ondernemen. 

Het spreekt vanzelf dat de definities van de samenstellende elementen van de triptiek van de aansprakelijkheid (veroorzakend feit – oorzakelijk verband – schade) tal van vragen en toepassingsmoeilijkheden zullen opwerpen voor de rechtsbeoefenaars die in dit rechtsdomein actief zijn. Op verzekeringsvlak zal deze hervorming zich op verschillende niveaus laten voelen: hypotheses van gedekte aansprakelijkheden, de beoordeling van de schade en de omvang van de schadevergoeding, de keuze van de rechtsgrond door de benadeelde ... Alle verzekeringsovereenkomsten zullen grondig moeten worden nagelezen, wat zo goed als onmogelijk lijkt binnen de in het wetsvoorstel bepaalde termijn voor de inwerkingtreding (zes maanden). De sector pleit dan ook voor een termijn van achttien maanden voor de inwerkingtreding, naar het voorbeeld van de termijn waarin was voorzien bij de hervorming van het goederenrecht en het bewijsrecht. 

Blijf op de hoogte

Je ontvangt dan exclusieve artikels die je op de hoogte houden van de actualiteit in de verzekeringsector.

Inschrijven